André Hazes heeft een nieuwe weg in geslagen, zowel professioneel als privé. Het gaat nu veel beter met de zanger en hij voelt zich ook beter in zijn vel.
Maar er zijn nog steeds kleine, dwaze dingen, waar hij zich enorm aan kan ergeren. Zoals bijvoorbeeld iemand met een grote rugzak die tegen hem aan botst
“Maar ontploffen zal ik nooit doen. Ik ben opgegroeid in een bekend gezin, waarin mijn zus en ik vaak te horen kregen: papa is beroemd, dus jullie moeten je gedragen. Dat is er zo in geramd dat ik het nog steeds meetors. Mijn angst voor publiekelijke vernedering is daar trouwens uit voortgekomen.”
Wat natuurlijk ook gebeurt is dat André Hazes zelf wel eens ergernis opwekt bij iemand. Wat hij ook doet, welk mopje hij ook vertelt, dat wordt niet altijd goed onthaald.
“Vooral niet omdat mijn humor nogal zwart is. Laatst moesten we onze auto parkeren bij ‘Tien om te zien’, waarna we met een pendelbusje naar het podium werden gereden. We vertrekken, maar iemand in het busje heeft zijn gordel niet om, dus je hoort zo’n signaal: póém, póém, póém. ‘Zou je misschien je gordel om willen doen?’ vraagt de bestuurder aan de schuldige. Waarop ik, op bloedserieuze toon: ‘Doe maar niet, hoor. Dit is het laatste geluid dat ik van mijn vader hoorde.’ Dan schrikken ze natuurlijk wel even, hahaha, maar ik ga he-le-maal stuk. Met niks dan liefde en respect voor mijn vader, natuurlijk.”